Tentoonstelling Bekende Dorpsgenoten, 2015
De lezing en de tentoonstelling in het 1e kwartaal van 2015 ging over bekende dorpsgenoten. Cornelis Pijnacker (1570-1645) was een volle neef van de bekende schilder Adam Pijnacker, die thuishoort in het rijtje van P.C. Hooft en Hugo de Groot, schopte het tot hoogleraar en advocaat van Holland. Zijn achternaam dankte Cornelis aan de Universiteit van Padua waar hij studeerde en waar ze hem naar zijn geboorteplaats noemden.
Cornelis werd bekend door zijn onderhandelingen over het vrijkopen van gevangen Christenslaven van de Barbarijse zeerovers in Noord-Afrika. Met pastoor Bernardus Antonius van ’t Rood (1821-1901) kwamen de aanwezigen al wat meer naar de eigen tijd terecht. Deze bouwpastoor, was van een heel ander kaliber dan zijn voorganger, de nauwgezette Van Vlaanderen. De sociaal bewogen Van ’t Rood kocht vanuit zijn eigen vermogen grond aan en liet in 1892 de Joannes de Dooperkerk bouwen, een kruisbasiliek in neoromaanse stijl naar ontwerp van architect A.C. Bleys.
Vervolgens kwam het echtpaar Boerlage-Mesman aan de orde. Johannes Petrus Boerlage was chauffeur van dokter Jan van der Horst (vader van Willem), eerst met paard en wagen, daarna met de allereerste auto in Pijnacker. Maria Mesman was kosteres van de gereformeerde kerk, hoewel ze zelf rooms-katholiek was. Zodra de eredienst begon, was ze verdwenen.
Piet Haket (1909-1970), van origine tuinder die onder de pseudoniemen Kronikeur en Piet Pijnacker in de Telstar schreef over allerlei dorpsontwikkelingen, zoals het dempen van de Laanvaart. In rubrieken als ‘Van de hak op de tak’ en ‘Door het kijkgat’ vertolkte hij veelvuldig de stem van de Pijnackerse bevolking.
De Pijnackerse dorpsgenotenrevue gaat verder met Jaap van Lien (1900-1989), die veel schreef over Pijnacker. In het dorp was hij van veel zaken op de hoogte, hij schreef verslagen van raadsvergaderingen en over het verenigingsleven. In een filmpje van zijn schoonzoon Wim Meijer met allerlei foto’s van oud en nieuw Pijnacker figureert hij terwijl op de achtergrond ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld klinkt.
Met Niek Huijsman (1911-2013) kwam de tuinbouw aan bod. Deze topman van de Pijnackerse veiling maakte ons dorp economisch groot. Huijsman was een innemende en integere persoonlijkheid en erg modern en innovatief op teelgebied. Zijn tuinbouwbedrijf combineerde hij jarenlang met diverse bestuursfuncties.
Een zeer bekende dorpsgenoot was Engeltje van der Vlies , die jarenlang iedereen om de tuin wist te leiden door zogenaamd niet te eten.
Een wellicht niet zo voor de hand liggende dorpsgenoot die aan bod kwam, was Adriana van Es-Koelega alias tante Sjaan (1914-2009). Badjuffrouw in het oude zwembad bij de spoorlijn. In de crisisjaren werd hier tegen de Hofpleinspoorlijn vanuit particulier initiatief een openluchtzwembad aangelegd. Het was een veenput met een weke bodem en gevuld met slootwater, waar kikkers en karpers vrij spel hadden. Tante Sjaan van Es was met haar man Frits exploitant van dit zwembad. Als badjuffrouw volgde ze de bekende zwemkampioene Rie Mastenbroek op. Er werd heel wat afgegluurd, want er waren te weinig badhokjes en badgasten kleedden zich daarom in de bosjes om.
Een ander bekende dorpsgenoot was Japje Leentje (‘Japie’) Quartel (1922-2010). Na de lagere school ging Japie Quartel werken in de groente – en fruitwinkel van haar ouders. Uitgaan en sporten was er niet bij. ‘Zo ging dat gewoon’. Nadat haar ouders gestopt waren, zette ze de winkel voort. Met de komst van de grote supermarkten verkocht ze de winkel en bloeide vanaf dat moment helemaal op. Ze ging als zestigjarige nog op zwemles en maakte heel wat reisjes.
