HGOP, pijnacker
z website 1.1 hervormde toren

HGOP Brengt geschiedenis dichtbij!

z website 1.2 rk kerktoren

HGOP Brengt geschiedenis dichtbij!

z website 1.3 witte huis

HGOP Brengt geschiedenis dichtbij!

z website 1.4 1647

HGOP Brengt geschiedenis dichtbij!

z website 1.5 cjmv

HGOP Brengt geschiedenis dichtbij!

Hip tentoonstelling “Ambulante handel” 2014-2

Tentoonstelling “Ambulante handel” (2014)

De ijzeren hond van Wim de Graaf
De bakker wordt in het pak gehesen, klaar voor de etalage.

Waar zijn ze gebleven? Het is niet zo lang geleden dat de melkboer, de bakker of de groenteman aan de deur kwam. Ook zagen we in de straten de scharensliep, de lorrenboer, de kolenboer, enzovoort. De Hippers hadden veel over deze ambulante handel verzameld en hebben dat laten zien op de tentoonstelling en tijdens de lezing op 11 juni.

Hoe zijn de winkelbedrijven ontstaan? In de 18de en 19de eeuw zijn de grondleggers van grote winkelconcerns begonnen als marskramer. Bekende voorbeelden zijn Berhard Voss in 1797, de Brenninkmeijers (C&A) die in 1834 een winkel begonnen, Johann Peek 1880 en Anton Dreesmann in 1881. Dit verschijnsel kennen we ook in het klein in ons eigen dorp.

Manufacturier Piet Hogervorst met hondenkar.

In het begin van de twintigste eeuw werd er in Pijnacker veel gebedeld. Eigenlijk was dit verboden. Enkelen hadden negotie bij zich om de schijn te wekken dat ze iets trachtten te verkopen. Een bosje veters, garen en band, wat mottenballen of elastiek. In de Telstar van 7 februari 1968 worden de volgende namen genoemd: Piet Touw, Kreupele Da, Janneke Tanneke Toverheks, Jan de Jong, Japie Rek, Jan de Krammer, Dove Jaap, de Leidenaar, Bakkertje, de Baron, Frans Goot en Jan Pronk, die wel uit Scheveningen afkomstig zal zijn geweest.

Dan was er ook nog ome Koos met zijn gezellen. Zij waren ‘zagenvijlers’. Ome Koos droeg de stoel op zijn nek, de ene gezel droeg de vijl en de ander het tangetje. Jan de Krammer was aan de kost gekomen met het ‘krammen’ van zogenoemde ‘testen’. Dit waren grote schotels van aardewerk. Er zwierven zogenoemde ‘paklopers’ door de omgeving. Dit waren reizende manufacturiers die kleding en aanverwante artikelen te koop aanboden.

De heer Piet Hogervorst was zo’n reizende manufacturier. Hij trok er met een hondenkar op uit (zie foto, ca. 1915). De heer Hogervorst is later in de Stationsstraat een manufacturenzaak begonnen die later overgenomen is door de heer Joh. Kardol.

Na de hondenkar volgde vaak paard en wagen of een carrier. Het pronkstuk op de tentoonstelling was ongetwijfeld een originele bakkerskar van bakkerij De Lange (gerenoveerd door Arie Tas), die gevestigd was aan de Oostlaan 5.

De bakkerskar van de Lange
Melkboer Arie Verburg met zijn fiets.

Over de handel langs de weg hadden we wat smakelijke verhalen verzameld, die bij het publiek zeker aansloegen.