Tentoonstelling “Gebeurtenissen waar Pijnacker voor uitloopt” (2017)
Het was een goed idee van het Historisch Genootschap Oud-Pijnacker (HGOP) om op 10 mei, net na de wat ingetogen festiviteiten rondom Koningsdag dit jaar, nog wat extra aandacht te schenken aan al die mooie feesten die ons dorp gekend heeft en misschien wel weer gaat kennen.

De ‘Hippers’, zoals ze in de volksmond worden genoemd, zochten weer volop naar berichten in kranten en in de enorme fotobestanden die worden beheerd. De oudste vermelding vonden zij in 1826 toen Laurens van den Braak 25 jaar burgemeester van Pijnacker was. Met musketschoten werden de feestelijkheden aangekondigd. Veel inwoners kwamen de jubilaris gelukwensen op deze ‘zoo genoeglijke als gedenkwaardige dag’. In 1832 ging de Pijnackerse kermis niet door ‘uit hoofde van de tijdsomstandigheden’.
Ook in andere gemeenten werd de kermis afgelast, waarschijnlijk vanwege de Belgische opstand, maar mogelijk ook vanwege de heersende cholera. Gelukkig was er in 1874 echter weer wat te beleven. Ter gelegenheid vanhet 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III was er een ereboog en optocht in Vrijenban.
Pijnackenaren zijn altijd wel te vinden voor een feestje en daarvoor was in 1897 de herdenking van de inname van Brielle door de watergeuzen een goede aanleiding. Het leverde wel een tegenstelling tussen het katholieke en protestantse dorpsdeel op. Pastoor van ’t Rood moest de vlag van de kerktoren steken op het gevaar van ingooien van de ruiten van zijn pastorie. Een grote groep dorpelingen, gewapend met hooivorken, verzamelde zich, maar … er gebeurde niets! Uiteindelijk trok de menigte naar Van Ouds het Raadhuis waar kastelein Verwaal ze een ‘geuzenbitter’ schonk en iedereen zonder strijd weer vredig huiswaarts keerde. Opvallend feit is wel dat de historische gebeurtenis daarna nooit meer hier herdacht is.

Optochten en stoeten werden ook geformeerd bij droeve gebeurtenissen. Toen dokter Jan Willem van der Horst in 1922 vrij plotseling overleed, liep het halve dorp achter de rouwstoet aan. Zijn zoon Willem volgde hem versneld op en bleef hier tot 1970 praktiserend huisarts. Begrafenissen waren er natuurlijk met enige regelmaat, maar soms kon je tussen de rouwende menigte dan ook de omgebouwde wagen van Sjaak Wenteler, die versnaperingen verkocht, tegenkomen, want de inwendige mens moest natuurlijk niet worden vergeten.
De verjaardag van koningin Wilhelmina in 1902 werd in Pijnacker gevierd met een harddraverij en ringsteken. Volgens de krant was het voor de politie een rustige dag. Dat waren nog eens tijden.
Vliegenier Jan Olieslagers, bijgenaamd de ‘Antwerpsche duivel’, cirkelde met zijn vliegmachine in september 1910 boven ons dorp. Hij steeg op vanaf Woudestein en vloog heen en weer naar Scheveningen. De Pijnackenaren aanschouwden dit spektakel en kregen stijve nekken van het lange turen.


Bij de bevrijding van de Duitse bezetting in mei 1945 waren er voedseldroppings, een grote Nederlandse vlag wapperde aan de Kerkweg, er was echte chocolade en je zag allemaal lachende gezichten, maar ook tranen van vreugde. Van Zweeds wittebrood merkte Pijnacker niets, want men dacht dat het op het platteland wel meeviel met de honger. Daarentegen kwamen wel de Canadezen in ons dorp en die gebeurtenis is daarna bij herdenkingen nog verschillende keren herhaald. Pijnacker ging ook vaak achter de muziek aan. In 1910 werd Excelsior als fanfare opgericht. Vanaf 1956 werd het een harmonie. Vaak begon de muzikale stoet dan bij het CJMV gebouw, in welke afkorting de M voor sommigen helaas niet voor Meisjes staat. Ook bij installaties van burgemeesters, braderieën, wielrennen, de kermis of de intocht van Sinterklaas (per koets, paard, trein of zelfs helikopter) liepen we er met z’n allen achteraan.

Op 15 mei 1965 was een bijzondere dag, want koningin Juliana bezocht toen verschillende gemeenten in Zuid-Holland, waaronder Pijnacker. Het was lang wachten langs de weg en de glanzende limousine was snel weer voorbij. Beroemd is de balkonscène waar hare majesteit naast een trotse burgemeester Jan Vader het toegestroomde publiek toewuift en demonstraties van Oliveo, Kracht & Vlugheid en de Scouting bekijkt. Kennelijk mochten de benen van Juliana niet in beeld komen, want over het hekje hing een flink perzisch tapijt.
De opening van het nieuwe zwembad op 20 september 1969 ging met een zwempartij gepaard. De wethouders Sonneveld en Kerklaan doken van de startblokken en trokken samen met enkele leden van de sportcommissie een baantje. Sonneveld had daar speciaal van Sjaan van Es, die de bekende zwemkampioene Rie Mastenbroek als badjuffrouw nog had opgevolgd, nog duiklessen voor genomen in het oude zwembad.
Ook als er een ongeval of een goede fik plaatsvindt, weten de Pijnackerse inwoners die snel te vinden. De brand in de winkelstrip aan het Raadhuisplein in 1969 of die van de leegstaande Mariaschool in 1996 liggen nog vers in het geheugen. In 1957 stond de behangfabriek van Sanders in Delfgauw in brand en dat was niet voor het eerst. Op dat behang rustte geen zegen. Bekend is natuurlijk ook het instorten van de toren van de Dorpskerk in april 1940. De toren stond al 1.30 m uit het lood. Jarenlang lag er een flinke stapel kloostermoppen. De torenhaan was echter ‘uitgevlogen’ en is nooit meer teruggekeerd. Toen de Duitsers nog geen maand later in Pijnacker kwamen, stond de toren al niet meer op hun stafkaarten.