Polders en bijnamen

Polders en bijnamen

Polders

Pijnacker is gebouwd in polders. Door veenwinning zijn in en om Pijnacker in de 17^e eeuw veel veenplassen ontstaan. In die tijd had de drassige grond nauwelijks waarde en het onderliggende veen bracht veel meer op. Maar in de 18^e eeuw begon men toch wel in de zien dat die grond wel degelijk waardevol was en begon men het droogleggen van de plassen. Dit werd over het algemeen gefinancierd door particulieren. Polders werden soms, als dat al mogelijk was ook wel in gedeelten drooggemalen.

Iedere polder had een eigen bestuur met eigen wetten en regelementen voor de dagelijkse lopende zaken. Per 1 januari 1997 werden de bestuurslichamen van de polders binnen Delfland opgeheven. Alle rechten van het polderbestuur gingen over naar de Dijkgraaf en de Hoogheemraden van Delfland. Er werden toen binnen het Hoogheemraadschap 7 voorlopige Districtsbesturen aangesteld. Van die districtsbesturen maakten onder andere voormalige polderbestuurders deel uit. Pijnacker viel met Berkel en Rodenrijs in district IV ‘Delfland Zuid Oost’. In 2018 werd de naam van het district gewijzigd in District Pijnacker.

Bijnamen

In Pijnacker is het altijd de gewoonte geweest om buurten een bijnaam te geven. Bewoners van omliggende plaatsten gebruiken graag de scheldnaam ‘ Akkepien’ om Pijnacker aan te duiden. ‘Het Oude durp’ is de omgeving van de voormalige scheve toren waar veel inwoners ook bijnamen hadden zoals ‘De Koperen’, ‘Geertje Bui’ en ‘Koos Lap’. Daarachter is het ‘Bezuien’, dat officieel De Zuidweg heet en door zijn landelijke stilte een eldorado voor wandelaars was. Daar is ook de ‘Rooie pannebuurt’ ofwel de Zuiderstraat. De ‘Renteniersgracht’ was het veelbesproken Uitpad. Er woonde voor zover bekend maar een rentenier. Aan het begin van het Uitpad nabij de Kerkweg bevond zich een hol onder de grond, ‘De Jodenkerk’ genoemd dat doorliep onder het huis van Kluiters. De jeugd beraamde daar veel baldadigheden. Het Uitpad verdween bij het dempen van de laanvaart in 1970. ‘Het Berenlaantje’ was waar nu de Adam Pijnackerstraat is en de beren (mannetjesvarkens) waren van Kees Schuring met zijn zus Cornelia ‘Kneel’ die daar een klein boerderijtje bewoonden op de hoek van de Kerkweg.

‘Korea’ is officieel de Monnikenweg. De bijnaam is ontstaan in de jaren 1950 bij de vestiging van tuinbouwbedrijven toen Noord- en Zuid-Korea een bloedige oorlog uitvochten die veel invloed op ons land had. Daarachter is de Kleihoogt die slechts voor een klein deel in onze gemeente ligt.

Op de driesprong Vlielandseweg, Nieuwkoopseweg, en Katwijkerlaan was vroeger ‘Het Mophuis’ waar Jan van de Hoek een café had. De Nieuwkoopseweg werd verbasterd tot ‘Noukoop’. De Katwijkerlaan heeft vermoedelijk zijn naam ‘Kattiksebuurt en Keulen’ te danken aan de volksstam de Catten, die een onderdeel vormden van de Batavieren die ca. 100 jaar voor Christus ons land binnenkwamen.

Op de driesprong naar Zoetermeer en Berkel vinden we ‘Het Voorhoekje’ waar o.a. de wagenmakerij van Lamboo en Blijleven en ook het kruideniersbedrijf van Van de Vorm waren gevestigd. De huizen zijn om verkeerstechnische redenen afgebroken.

‘De Hel’ ofwel de Helpolder was aan de Noordweg waar nu de sportvelden zijn gevestigd. Meer westelijk achter de Tweemolentjesvaart ligt ‘De Put’, laag liggende landbouwgrond.

Aan de Noordeindseweg aan de linkerkant is ‘de Bonkenbuurt’ het is een raadsel hoe men aan deze naam is gekomen. Aan de Zuideindseweg werden een serie van 5 witte arbeiderswoningen de ‘Pettenbuurt’ genoemd.  De Oude Leede werd ‘Ouwelee’ of ‘Ouwe Laars’ genoemd. Aan het begin van de Wilgenweg stonden een tiental woningen die destijds door de firma Schotte zijn gebouwd. Toen ze bewoond waren bleken de bewoners heel slecht met elkaar te kunnen opschieten en ontstonden er verschillende burenruzies en zo ontstond de naam ‘De Tien Plagen’.